Laatste update: 19 februari 2024
Wanneer en waar moet je zijn voor de mooiste tulpen?
De Nederlandse bollenvelden, wie kent ze niet? Van heinde en verre bezoeken toeristen jaarlijks de bloeiende velden in ons land. En geef ze eens ongelijk: op sommige plaatsen waan je je in een heerlijk ruikende bloemenwinkel. Vanaf half maart komt de tulpenbloesem tot bloei. Dat verschilt enigszins per jaar en is afhankelijk van de temperatuur en weersomstandigheden. De meeste tulpen staan van half april tot half mei in volle bloei. Maar niet alleen de tulp: ook krokussen, hyacinten, irissen, lelies en narcissen zijn er volop te vinden in de open velden.
Met de camper een rondje langs de Nederlandse tulp? Geen probleem! Je vindt de meeste velden in de Noordoostpolder (Flevoland) en in de Bollenstreek in de driehoek Leiden, Haarlem en Noordwijk.
Maar ook in het noorden en zuiden van ons land kun je je tulpenhart ophalen: op Texel bijvoorbeeld, of in de provincie Zeeland.
Het absolute Mekka van de Tulp is natuurlijk de Keukenhof in Lisse. Om eerst een beetje de geschiedenis van de tulp in te duiken, starten we onze route met een stop in Amsterdam. In het Tulpenmuseum om precies te zijn.
Eerste stop: het Tulpenmuseum - hoe komt de tulp in Nederland terecht?
Het is voor de meeste Nederlanders allang geen geheim meer: de tulp komt oorspronkelijk uit de buurt van Turkije. De paleizen en paleistuinen van de Ottomaanse sultans werden ooit niet alleen met kostbaar goud versierd, maar er bloeiden ook rijkelijk veel tulpen ter decoratie. In de 16e eeuw kreeg de Franstalige botanicus Carolus Clusius een aantal tulpenbollen van een collega-edele, die deze op zijn beurt weer gekregen had van een machtige sultan. Clusius was de hof hovenier van de keizer van Oostenrijk en besloot de tulpenbollen, die hij meer zag als uien, mee te nemen naar Nederland. Daar kreeg hij een aanstelling als professor aan de universiteit van Leiden. In korte tijd werden de bloemen uit de Oriënt razend populair in ons land. Weliswaar onder de rijken, want de prijzen voor tulpenbollen waren erg hoog.De speculatieve handel in tulpenbollen resulteerde rond 1630 in een ware tulpenkoorts, die ook wel de tulpenmanie of tulphysterie genoemd werd. Van de prijs van een enkele tulpenbol kon je bijna een heel grachtenpand bekostigen. Die zeepbel barstte uiteindelijk en veel handelaren gingen failliet. De tulpenmanie was voorbij, maar de liefde voor de tulp bleef en wortelde zich stevig in de Nederlandse cultuur. Nu weten we niet beter dat de tulpen bij Nederland horen, net zo goed als de molens, kaas en klompen.
Meer weten over de tulp? Het Tulpenmuseum vind je in de Amsterdamse wijk de Jordaan tegenover het Anne Frank Huis. Onze tip: met je camper over de smalle Amsterdamse grachten is niet het beste idee. Parkeer je camper op de P+R plekken aan de rand van de stad of parkeer in het buitengebied van Amsterdam en vervolg je weg richting het centrum met het openbaar vervoer. De tramlijnen 13, 14 en 17 en de buslijnen 170, 172 en 174 stoppen allemaal bij de Westerkerk. Vanaf hier wandel je gemakkelijk naar het Tulpenmuseum.
Tweede stop: De Keukenhof
Geen rondje tulpen, zonder een stop bij de grootste botanische tuin van ons land: de Keukenhof. Op zo’n 35 kilometer van het Amsterdamse Tulpenmuseum kun je de tulp in overvloed live aanschouwen. In overvloed is een understatement, want hier groeien tussen 21 maart en 12 mei 2024 maar liefst zo’n zeven miljoen tulpen van 800 verschillende soorten. En er is nog veel meer bloemenpracht te zien naast de tulp. Je vindt op het 250 hectare grote landgoed van de Keukenhof zo’n 32 hectare aan bloemen. Het landgoed van de Keukenhof dateert uit de Gouden Eeuw: in 1642 werd het eerste deel van het bijbehorende kasteel gebouwd. Het park bij het kasteel werd destijds helemaal in Engelse landschapsstijl ingericht. De 40 hoveniers van de Keukenhof transformeren het park ieder jaar in een ander stijl.Aan bloemen geen gebrek bij een bezoekje aan de Keukenhof. En die vind je terug in verschillende hoedanigheden, waaronder de bloemenzee, twintig bloemenshows, tuinkunst, een sculpturenpark en de tentoonstelling. Het park is ook een echte aanrader voor gezinnen met kinderen dankzij de kinderboerderij, een speurtocht, labyrinth en een speeltuin. Het zal geen verrassing zijn dat je niet de enige bent die de Keukenhof gaat verkennen. Elk jaar komen hier in de twee maanden dat de Keukenhof open is, bijna een miljoen bezoekers. Extra prettig dus dat de Keukenhof goed bereikbaar is, ook met de camper. Er zijn grote parkeerplaatsen beschikbaar waar je voor zo’n 10 euro de hele dag je camper kwijt kunt. Overnachten is niet toegestaan, maar dat is geen probleem met diverse campings in de directe omgeving. Plan je bezoek aan de Keukenhof vooraf en voorkom daarmee lange wachtrijen bij de kassa. Je koopt gemakkelijk een ticket online. Volwassenen betalen 19,50 euro, kinderen 9 euro.